dinsdag 29 oktober 2013

En voor de volledigheid...








Dan ook nog maar een postmodernistisch werk, dus van na 1960. Geen sociaal-maatschappelijk engagement, gericht op consumeren, een boodschap die door iedereen te begrijpen is, het zou ook met gemak door iemand anders in opdracht van de kunstenaar gemaakt kunnen zijn (maar het is niet zo). Het maakt deel uit van de pop-art stroming, maar het is niet van Andy Warhol of Roy Lichtenstein. Het begon ooit als illustratie van een aantal gedichten en werd daarna gebruikt als kerstkaart van het Museum of Modern Art in New York in 1964. Het werd uiteindelijk dit kunstwerk, plus een postzegel, plus een serie van sculpturen in New York en de rest van Amerika (er is er zelfs eentje in het Hebreeuws, geplaatst in Israel), plus een incidenteel logootje voor Google, plus afbeelding op talloze souvenirs en andere prullaria. Het is uiteindelijk een supercommercieel beeldmerk geworden, dus zeer postmodernistisch. Er zijn zelfs ooit Converse All Stars sneakers op de markt gebracht met het kunstwerk als subtiel detail!

Het werk is getiteld LOVE en het is van de (vind ik fantastische) kunstenaar Robert Indiana (geboren 1928).
Van boven naar beneden: het schilderij, de limited edition Chuckies en de originele sculptuur in New York.

Een onverteld verhaal


Kwam vanavond tot mijn grote verrassing er achter dat ik ook een modernistisch schilderij (dus van tussen 1860 en 1960) op dit blog aan een beeldbeschouwing moet onderwerpen. Helaas valt mijn grote held JW Turner net buiten dit tijdsbestek, ook al zie ik hem als de grote voorloper van de moderne, abstracte kunst.

Dus door naar een volgende held uit mijn schilderspantheon: Edward Hopper (1882-1967). Deze Amerikaan schilderde werken waar vaak een sfeer van verstilling, eenzaamheid en verlatenheid om heen hangt. Er wordt vaak een hint van een tragedie gesuggereerd en eigenlijk zijn het zeer theatrale, zelfs bijna filmische momentopnames. Een mooi voorbeeld (ik vind eigenlijk al zijn schilderijen erg goed, dus was het moeilijk om te kiezen) is het schilderij Hotel Lobby uit 1943 dat in het Indianapolis Museum of Art hangt.

Wat zien we? Een (kleine) hotel lobby, zoals de titel al aangeeft. Maar dit is een lobby met een verhaal, zo lijkt het. Links zit een oudere vrouw op een stoel die schuim omhoog kijkt naar de man voor haar, die een jas over zijn arm draagt. Is het haar echtgenoot? Komt hij net binnen of gaat hij net weg? Zijn ze in gesprek met elkaar of juist niet? Heeft hij net een vervelend bericht gekregen of verkondigt hij zelf slecht nieuws: ik ga je verlaten? Verlaat hij haar voor de jongere vrouw rechts in de lobby, die daar zeer ontspannen zit te lezen? Op wie wacht zij? Haar jonge, slanke benen steken uitdagend af tegen de benen van de oudere vrouw, die rechtop in haar stoel zit. Inderdaad, alsof de oudere vrouw net slecht nieuws heeft vernomen: onze zoon is neergeschoten in zijn jachtvliegtuig boven Guam, mijn aandelen zijn niets meer waard, ik ben ongeneeslijk ziek volgens de dokter. Of dan toch: ik ga je verlaten voor mijn secretaresse, die daar tegenover ons zit.

Wat maakt dit tot een modernistisch werk, afgezien van het jaartal van vervaardiging? Hopper maakte dit schilderij niet in opdracht van adel of clerus. Hij schildert een tafereel dat niet bedoeld is om een bepaalde status of een stichtelijke boodschap over te brengen, hij schildert dit werk uit vrije wil om uiting te geven aan gevoelens van eenzaamheid en weemoed en het willen laten voelen van een latente spanning. Hij gebruikt met opzet een felle lichtval en zachte, lichte kleuren om een bijna ijzige sfeer neer te zetten. De personen op dit schilderij tonen geen emoties, hebben geen directe interactie en toch lijkt het dat we getuige zijn van een emotioneel moment. Of eigenlijk: een moment dat op het punt staat om tot ontlading te komen, de seconde voor de grote emotionele ontploffing. Hopper is in al zijn werken een meester van de suspense, geen wonder dat de grote horrorregisseur Alfred Hitchcock een groot bewonderaar van de onderkoelde schilderijen van Hopper was. Hopper's werk, vooral de lichtval en de grote schaduwpartijen, is ook van invloed geweest op de film noir stroming uit de jaren dertig tot en met vijftig van de vorige eeuw.  De compositie met de drie figuren (de jonge vrouw rechts lijkt afgesneden te zijn van het koppel links, maar is bewust op de voorgrond geplaatst. Ze moet dus wel een belangrijke rol in dit onvertelde verhaal spelen) en de suggestieve werking van schaduw en licht maken dit in mijn ogen ook tot een modernistisch schilderij. Net als de banale setting: geen paleis of slagveld, geen bijbels tafereel, maar een doorsnee lobby van een willekeurig Amerikaaans hotel. Wat het schilderij verwant maakt aan klassieke werken tot 1860 is de behoudende schildertechniek (niet echt experimenteel te noemen) en het op het eerste gezicht ontbreken van maatschappelijk engagement.

Overigens probeerde Hopper naar eigen zeggen nooit om een verhaal te vertellen. Hij gaf zelden een echte toelichting op zijn werk en beweerde primair gedreven te zijn door het weergeven van zonlicht. Hij liet het interpreteren (en zelfs het verzinnen van de titels van veel werken) aan anderen over. Maar dit lijkt eerder een uitvlucht te zijn geweest voor deze zeer teruggetrokken levende, verlegen en conservatieve man. Een aan weltschmerz lijdende mopperkont (naar het schijnt toch humorvol), openlijk wars van de technologische vernieuwingen in communicatie, industrie en handel en de, in zijn ogen, ontwrichtende maatschappelijke gevolgen daarvan voor de mensheid. De eenzaamheid, verveling, spijt en melancholie die de moderne mens parten speelt spatten van zijn schilderijen af. Hij wilde hiermee, denk ik, wel degelijk iets aan ons vertellen.

donderdag 17 oktober 2013

Van silly rabbit naar Mount Elephant










De opdracht van vanavond bij de lessen Beeldende Vorming bestond voor de ene helft van klas PLT1A uit het digitaal vervormen van een gefotografeerd zelfportret waarbij een bepaalde expressie aangezet moest worden. De andere helft kreeg een opdracht met meer traditionele materialen: teken of schilder een dier in verschillende fasen van natuurgetrouw to meer abstract waarbij de essentie van het dier zichtbaar blijft. Als rechtgeaarde reactionair koos ik heel laf en voorspelbaar voor het witte vel papier en de houtskoolstift.

Het eerste dier dat bij mij opkwam was Bugs Bunny met een strikje. Ik dacht: even het gezicht iets anders maken en dan gaandeweg het aantal lijntjes reduceren. Docent Guido greep snel in: wat is de essentie van dit konijn? Wat wil je er mee uitdrukken? Een gek konijn met een strikje om zegt niets over de essentie van dit dier. Helemaal juist. Ik had nog nooit eerder een dier met een duidelijke nadruk op een bepaalde eigenschap getekend, dat bleek maar weer eens. Ik teken ook helemaal niet graag dieren. Of mensen. Ik teken lettertjes en symbooltjes. Hardstikke leuk, maar als toekomstig leraar in het basisonderwijs wordt niet gevraagd dat ik de nieuwe Saul Bass, Futura 2000 of Reid Miles ben. Dieren tekenen en laten tekenen, dat wordt gevraagd!

Dus een nieuw vel en een nieuw dier. De olifant zou het worden, met dank aan een brainwave in geel en groen en de witte geluksolifant van de Oakland Athletics (zie boven). Guido adviseerde om digitaal eerst een foto van het dier te zoeken voor een natuurgetrouw vertrekpunt. Goed advies, want de olifant van de honkbalploeg mocht het hoe dan ook niet worden, vond ik. Originaliteit! De laptop lag echter thuis, de nokia is vooroorlogs, dus toch maar uit het hoofd een zo natuurgetrouw mogelijke olifant tekenen met het risico vast te komen zitten in mijn pre-conceived image van een grote, trotse slurfbezitter.

Maar welke eigenschap, welke essentie van de olifant wilde ik uitdrukken. En hoe? Met houtskool? Op de foto onder de A's olifant staan de fasen van mijn olifant. Ollie werd steeds minimalistischer en het was met name het massieve en onverzettelijke wat ik wilde uitdrukken. Guido vond het exemplaar links onder op het vel de moeite waard. De rechtervariant was te scherp van lijn en dus minder massief. Hoe minder ruimte tussen de dikke lijnen, hoe massiever Ollie (mijn werktitel) zou ogen, zo voorspelde hij. Ik had mijn twijfels. Tijd voor een nieuw vel met een berg van een olifant er op getekend. Na de contouren te hebben geplaatst (plus de stralenkrans om de driehoekige bergvorm van Ollie nog meer te benadrukken) dacht ik al dat ik er was. Weer eens te snel tevreden, Ingmar! Guido herkende de kracht van Ollie versie 1.0 niet meer in versie 2.0 en de oorzaak lag in het materiaalgebruik. Dikke, zwarte verflijnen zouden het massieve karakter versterken, zo dacht hij. Ik had weer mijn twijfels en ging toch maar aan de slag met kwast en zwarte verf.

Lo and behold! Ollie kwam letterlijk en figuurlijk beter uit de verf dan voorheen. Met name vanaf een meter of drie begon het portret zowaar de bergachtige kwaliteit te vertonen die ik zocht. De stralenkrans deed hem goed nu zijn lijnen een bijna klassiek Chineze dikte en schwung hadden gekregen. Ik wilde bijna een stempel met mijn Japanse karakters tekenen maar daarvoor was gelukkig geen tijd meer. Ollie was af en werd ook in al zijn onverzettelijke, massieve aanwezigheid door de medestudenten herkend. Hij had wel een bozere blik gekregen dan dat aanvankelijk de bedoeling was, maar ook een dikhuid is het af en toe wel eens zat om lastig gevallen te worden met zaken als essentie en abstractie. Maar al met al was de opdracht geslaagd. Niet omdat Ollie een iconische olifant is geworden, maar omdat mij duidelijk is geworden hoe je als docent door te vragen wat de leerling wil uitdrukken en hoe hij dit beeldend probleem te lijf wil gaan de opdracht uiteindelijk een meerwaarde krijgt en het resultaat toetsbaar voldoet aan de vooraf gestelde criteria (de natuurgetrouwe afbeelding abstraheren maar de essentie van een eigenschap van het dier behouden). Guido voegde er wel aan toe dat een opdracht als deze niet besteed is aan basisscholieren. Dat moge duidelijk zijn.

donderdag 10 oktober 2013

Three is the magic number

Dat is de titel van een nummer van mijn favoriete rapgroep De La Soul, maar het slaat in dit geval op de drie opdrachten die wij vananvond ontvingen bij het vak Beeldende Vorming.




Opdracht nummer 1 was het volgen van een instructie uit een bestaande lesmethode voor Beeldende Vorming. Ons groepje (Marlies, Jayme, Kim en ik) kreeg de opdracht een toren te bouwen die de sympathieke rat Remy uit het verhaal Ratatouille het gevoel zou geven boven zichzelf uit te stijgen. Het beschikbare materiaal bestond uit papieren stroken, papierlijm en een schaar. We waren het er al snel over eens dat het een soort Eifeltoren moest worden met een reclame voor Remy's grote droom: een eigen restaurant, in ons geval genaamd Cinq Etoiles. De dames bleken een niet nader te benoemen voorkeur te hebben voor een model met drie staanders in plaats van de vier die de daadwerkelijke toren dragen. Constructief gezien een gewaagde keuze, maar nadat de top was vastgelijmd en de drie kolommen van schuin aflopende tussensteunen waren voorzien bleek het bouwsel wonderwel te blijven staan. Onze gesprekken stonden volledig in het teken van de constructie, het vastleggen van het resultaat en het samenspel: houd jij hem hier vast dan plak ik er daar nog een steun tussen, schrijf jij het reclamebord, dan neem ik een foto. Dit in contrast met twee andere groepen die een vast omschreven, direct te volgen opdracht met een toren van kubussen kregen. De vergelijking met de wc rol Pietjes was snel gemaakt. Eens te meer bleek: houd de opdracht concreet maar de vorm en het materiaalgebruik open en het bouwproces is bevredigend voor zowel de leerlingen als de leerkracht, die zich ook zal laten verrassen door het resultaat. De meeslepende introductie over Remy en Parijs was zeker een extra inspiratie. Dank aan de dames voor het meebouwen aan deze prima toren, Rem Koolhaas heeft al interesse getoond voor dit ontwerp voor zijn zoveelste  monumentale toren in Centraal China (beter goed gejat dan slecht bedacht, zo mailde hij mij)!





De tweede opdracht was een stuk gecompliceerder: kies een opdracht uit een Vlaamse methode voor Beeldende Vorming en werk deze uit, compleet met doel, materialen, toetsingscriteria en presentatievorm. Dit als voorbereiding op het zelf opstellen en uitvoeren van een activiteit in een les. We kozen voor een ogenschijnlijk eenvoudig gegeven: neem een bestaande foto van een exotische locatie en vervang de aanwezige persoon door een lid van het groepje leerlingen uit Groep 5-6 die deze opdracht uitvoert. De onderlinge discussie leverde het volgende op (slecht leesbaar in mijn reproductie van het Lesfasenformulier):
Waan jezelf in een andere wereld en verkrijg technisch inzicht in (ver)houdingen binnen een afbeelding. Als introductie in de receptieve fase bedachten we de vraag aan de leerlingen welke buitengewone lokatie hen was bijgebleven na een vakantieverblijf. Of waar ze graag naar toe zouden willen gaan als dat kon. Maar buitengewoon of exotisch zijn zeer subjectieve begrippen, en we kwamen er niet echt goed uit. Ook bleven we te veel hangen in het denken in oude technieken (die kans is altijd heel groot wanneer ik meedoe): plaatjes knippen uit oude tijdschriften of boeken, printen vanaf internet mag ook, maar niet scannen of photoshoppen. Ouderwets handwerk met schaar en plaksel! Docent Guido wees ons er terecht op dat de moderne techniek onze vriend is bij een opdracht zoals deze: werk met een green screen, projecteer de gewenste digitale achtergrond, imiteer de houding van het originele menselijke model en voila (in de woorden van de onsterfelijke Cas Spijkers die toch al weer enige tijd zijn kookunsten in het hiernamaals vertoont). Ook de beoogde tijd: een uur) bleek volgens ervaringsexpert Iris niet te kloppen: trek er maar gerust twee uur voor uit, juist het kiezen van de geschikte oerafbeelding neemt veel tijd in beslag bij groepjes. De beoordeling die we er op los wilden laten rammelde ook een beetje: sta je op de goede plek? Klopt de houding? Is de setting exotisch? Lastig om concreet te waarderen met punten en ook eigenlijk irrelevant. Al met al een lastige opdracht die aanvankelijk zo eenvoudig leek. Maar wel een met potentie, want het technische doel van verhouding, houding en beeldmanipulatie past, denk ik, prima bij Beeldende Vorming.




Tot slot een individuele opdracht: zoek een klassiek schilderij (dus van voor 1860) uit en benoem de symboliek. Ik kies voor de Madonna met kind en engelen van de Florentijnse monnik Fra Filippo Lippi, geschilderd rond 1465. Lippi is een tegendraadse pionier, een overgangsfiguur naar nieuwe tijden: hij schildert een religieus tafereel maar doet dit op zo'n menselijke, aandoenlijke en herkenbare manier dat het extreem devote en afstandelijke karakter, wat in die tijd gebruikelijk was voor dergelijke schilderijen bijna geheel oplost. Dit geeft het kunstwerk een zeer modern, haast tijdloos karakter. Het lijkt eerder een liefdevol familieportret. De kleine Jezus (mollig en wel) reikt met zijn handjes naar zijn moeder, net zoals iedere baby dat doet. Niks bidden, stigmata, gesloten ogen of de blik dramatisch richting de hemel gericht in volledige predestinatie. zoals de kleine Jezus in het werk van veel tijdgenoten van Broeder Lippi afgebeeld staat. Let ook op het geweldige perspectief:: de groep staat voor de omlijsting van het landschap (waarschijnlijk een raam). De aureolen van Maria en Jezus zijn nauwelijks zichtbaar waardoor ze allebei een veel menselijker karakter krijgen. De engel op de voorgrond glimlacht zelfs! Hoogst ongebruikelijk voor een schilderij dat de meest tragische moeder-zoon relatie uit het Christendom zou moeten weergeven. Ook bijzonder is dat ze haar zoon niet vasthoudt, de twee engelen tillen de schattige dreumes op, wat zeker bijdraagt aan het relatief ongedwongen karakter van het schilderij. Zou de engel daarom naar ons lachen? De christelijke symboliek is echter niet geheel afwezig: Maria, de handen gevouwen, draagt haar traditionele blauwe gewaad (teken van reinheid en verhevenheid), haar blik heeft iets bedroefds alsof ze weet waat haar zoon later gaat overkomen (zo wordt ze vaak afgebeeld in de Renaissance en ook daarna) en haar aureool, hoe vederlicht dan ook, verraadt dat ze niet zomaar een leuk, rijk Florentijns moedertje is, ondanks de fraai gesneden stoel en haar parels (die vaak als symbool voor puurheid en wijsheid worden gebruikt). Dit meesterwerk, geschilderd in de omfloerst en zacht ogende tempera techniek (met eigeel als krachtig bindmiddel voor de kleurpigmenten), hangt in het Uffizi museumi in Florence.