vrijdag 1 november 2013

Antwoorden ontwikkelingsfasen



Zomaar een afbeelding van iemand die toevallig ook Parsons heet. De socioloog en econoom Talcott Parsons (1902-1979). Ken de man verder niet, schijnt een intellectueel vooraanstaand leven te hebben geleid, ik vond het een leuk portret. En een schitterende naam.

Aantekeningen: Parsons: hoe beschouwt een kleuter een beeld ten opzichte van een
volwassene. 5 fasen die elkaar opvolgen. Hangt samen met de intellectuele
ontwikkeling van het egoisme van het jonge kind naar een maatschappelijk
oordeel naar een universeel oordeel.
-----
Antwoord 2a: Duister, droevige indruk. Dame op stoel met spiegel.
Antwoord 2b: Vanitas, Vergane fysieke glorie.
Antwoord 2c: Niet echt, vindt het er allemaal iets te dik op liggen
Antwoord 2d: Textuur van bobbelige, rimpelige, grijze huid sluit goed aan op
het thema.
Antwoord 2e: Beurskrach, einde van de roaring twenties, crisis, 2e
wereldoorlog nadert. Those were the days. Flapper die terugkijkt op a golden decade. Heeft ook iets van het magisch realisme: Willink, Pyke Koch.
-----
Antwoord 3a: Favoritisme: het beeld is leuk want het sluit aan. Samen spelen,
zingen, dansen, tekenen. slapen.
Antwoord 3b: De wereld is vereenvoudigd, teruggebracht tot simpele vormen,
geschematiseerd, ook in kleurgebruik.
-----
Antwoord 4a: Parsons 2a: ambachtelijke fase, kind kan met aandacht langer bij
het beeld blijven en kan de hoofdkenmerken benoemen. Kind herkent een vrolijk
mannetje. Herkenning maakt het mooi. Kind in deze fase accepteert abstracte
kunst op grond van de herkenning.
-----
Antwoord 5a: Parsons 2b: kind kijkt naar details. Wat zijn de Pietjes aan het
doen? Waar is Sinterklaas? Wat doet die ene Piet verkeerd? Aandacht voor het
beeld is groter, het beeld moet zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Ze gaan er
van uit dat iedereen dezelfde mening heeft. Dit vormt het oordeel.
-----
Antwoord 6a: Schoorsteen, snoep, schoentje
Antwoord 6b: Het meisje houdt het popje bij zich en een jongetje staat te
huilen. Het schoentje is leeg, hij heeft de roe gekregen. De oudste zoon
wijst omhoog naar de schoorsteen. Oma heeft nog wel een cadeau.
Antwoord 6c: Hij heeft de roe gekregen.
Antwoord 6d:
-----
Antwoord 7a: Parsons 3: fase van expressiviteit. De beschouwer laat los dat
alles precies moet lijken op de werkelijkheid. Beschouwer herkent de
expressie. Blauwe periode van Picasso naar aanleiding van een sterfgeval.
Antwoord 7b: Beschouwer luistert naar de mening van een ander en snapt dat
een ander een gevoel kan hebben dat afwijkt van het zijne.
-----
Antwoord 8a: Arm is een bot, diepe oogkassen, witte huid, spinrag in het
haar, verwelkte bloemen in het haar, gat in de jurk
Antwoord 8b: Ze staan uit elkaar, kil, blauw
Antwoord 8c: De lippen van de bruid zijn vol en rood, kan niet rusten tot ze
de liefde kent
-----
Aantekeningen: Parsons 4: Formalisme: de stijl van het beeld, je kunt
beeldaspecten benoemen, abstracte beelden waar je de betekenis van wilt
weten. Esthetische ervaring beleven die je kunt bespreken met anderen.
-----
Antwoord 10a: Stand ogen en mond, traan
Antwoord 10b: Kleur en vorm doen denken aan ijs of glas: scherp en hard.
Antwoord 10c: Contrastrijk. Vormgeving van haar emotie. Wanhopig en
verdrietig.
Antwoord 10d: Crisisjaren, verdriet kan slaan op iets persoonlijks of iets
maatschappelijks.
-----
Aantekeningen: Parsons 5: open mind. Veel kennis van contexten en stijlen
nodig. Besef dat de betekenis afhangt van de context. Esthetisch beeld krijgt
een intellectueel en maatschappelijk karakter. Links Lenin, midden Mickey
Mouse en rechts Jezus. Wie is de god, wie is de leider? Alledrie staan ze
voor massagedrag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten