Antwoord
1a
Veel afwisseling in beeldtaal
die aansluit op de periode, verteld als verhaal, sluit aan op belevingswereld,
goed herkenbaar voor kinderen, goede culturele referenties
Antwoord
1b
verbeeldend (illustratief) bij
het vertelde, informatief, decoratief (versierd en verrijkt), entertainment,
mooie plaatjes die het verhaal ten goede komen
-
Antwoord
2a
Inleven in de situatie die ze
gaan beschrijven: een ietwat verlopen toprestaurant. Hoe? Samen op kookles. Hoe
gebruik je je handen? Waar staat alles? Hoe is de sfeer in een keuken? Wat
gebeurt er allemaal? Hoe werk je samen? Zelf beleven is van waarde voor het
maken van de film.
Antwoord
2b
productiefase en reflectie
(aan de hand van recensies en reacties van het publiek).
-
Antwoord
3a
receptieve fase (ontvangen):
kijken naar beelden , bespreken en meer waarderen. Productieve fase: beeldend
vormgeven van inhoud in relatie tot de persoonlijke belevingswereld.
Reflectieve fase: terugkijken. Is de beleving zichtbaar? Beoordelen
Antwoord
3b
Knutselen is vooral
productieve fase als reproductie, als imitatie van een voorbeeld. Meer niet.
-
Antwoord 4a Het inzamelen van
metaal door Mao tijdens de grote sprong voorwaarts
Antwoord 4b Drama, muziek,
beeldtaal, geschiedenis, aardrijkskunde
-
Antwoord
5a
Het moet aansluiten op de
belevingswereld van de leerling: school, thuis, seizoenen. Dit om het begrip te
vergroten en de fantasie te vergroten (en standaardbeelden te relativeren).
Zoeken via google, juist in andere talen. Denken aan andere associaties,
bijvoorbeeld in muziek en mode. Musea zijn, als het goed is, goed in het
bundelen in een thema.
-
Antwoord
6a
Hoge kwaliteit van beelden
(filmprijzen, gouden penseel, voorstellingen, festivals, world press photo,
exposities die vanuit verschillende disciplines kijken, recensies). Zoek ook
recensies in andere talen.
Antwoord 6b Compleet beeld,
bredere orientatie
-
Antwoord
7a
In bevroren toestand om het
voorwerp heen kunnen kijken. 2d is hoogte en breedte, 3d is hoogte, breedte en
diepte (x,y,z as)
Antwoord 7b 4d: tijdsverloop
wordt zichtbaar gemaakt om het verhaal te begrijpen
Antwoord 7c
3d in de bioscoop is de
suggestie van diepte. Lijkt het scherm uit te vliegen, is niet zo.
Antwoord 7d 0d is een stip, 1d
is hooguit een dun lijntje
-
Antwoord
8a
2d bij tekenen, 3d bij
handvaardigheid (klei, hout), 4d: audiovisuele vorming (animatie en video)
Antwoord
8b
Kinderen leren omgaan met
beeldcultuur door de betekenis van beelden in de maatschappij te duiden, leren
om beelden te lezen en toe te passen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten